weersprak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weersprak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • weer·sprak

Werkwoord

vervoeging van
weerspreken

weersprak

  1. enkelvoud verleden tijd van weerspreken
    • Ik weersprak. 
    • Jij weersprak. 
    • Hij, zij, het weersprak. 

Gangbaarheid

  • Het woord weersprak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.