wegga

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wegga    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • weg·ga

Werkwoord

vervoeging van
weggaan

wegga

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weggaan
    • ... dat ik wegga. 
  2. (in een bijzin) aanvoegende wijs van weggaan
    • ... dat men wegga. 

Gangbaarheid

  • Het woord wegga staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.