weghuppelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weghuppelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • weg·hup·pe·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
weghuppelen
huppelde weg
weggehuppeld
zwak -d volledig

Werkwoord

weghuppelen

  1. ergatief zich huppelend verwijderen
    • Hij gaf zijn oma een zoen en daarna huppelde hij vrolijk weg. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'weghuppelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.