wemel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wemel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • we·mel

Werkwoord

vervoeging van
wemelen

wemel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wemelen
    • Ik wemel. 
  2. gebiedende wijs van wemelen
    • Wemel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wemelen
    • Wemel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord wemel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.