wieze

Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /ˈwiːzɐ/ (Etsbergs)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wieze
wees
geweze
klasse 1 volledig

Werkwoord

wieze

  1. wijzen
  2. aanwijzen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.