winkelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  winkelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • win·kel·de

Werkwoord

vervoeging van
winkelen

winkelde

  1. enkelvoud verleden tijd van winkelen
    • Ik winkelde. 
    • Jij winkelde. 
    • Hij, zij, het winkelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord winkelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.