winkelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  winkelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • win·kelt

Werkwoord

vervoeging van
winkelen

winkelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van winkelen
    • Jij winkelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van winkelen
    • Hij winkelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van winkelen
    • Winkelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord winkelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.