winterhanden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  winterhanden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • win·ter·han·den

Zelfstandig naamwoord

dewinterhandenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord winterhand

Gangbaarheid

  • Het woord winterhanden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.