wisselde af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wisselde af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wis·sel·de af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afwisselen

wisselde af

  1. enkelvoud verleden tijd van afwisselen
    • Ik wisselde af. 
    • Jij wisselde af. 
    • Hij, zij, het wisselde af. 

Gangbaarheid

  • Het woord wisselde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.