wokken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wokken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɔkə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • wok·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • zn:  wok zn  met de uitgang -en
  • ww: afgeleid van  wok zn  met het achtervoegsel -en

Zelfstandig naamwoord

dewokkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wok
     Vrijwilligers scheppen in grote wokken sardientjes om, bedoeld voor een groep vluchtelingen die de afgelopen dagen naar Thailand is gekomen.[1]
Synoniemen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wokken
wokte
gewokt
zwak -t volledig

Werkwoord

wokken

  1. overgankelijk (kookkunst) roerbakken in een komvormige metalen pan
     Wat smaakt er beter: wokken op gas, of op inductie?[2]
     Het lijkt zo gezond om lekker groenten te wokken, maar ook dat is dus gevaarlijk.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord wokken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Annemarie Kas
    “In Thais grensstadje proberen ze de doden in Myanmar te tellen” (2 april 2021) op nrc.nl
  2. Weblink bron
    Eppo König
    “Het ‘Wilde Westen’ van Rotterdam moet straks klimaatneutraal wokken” (3 oktober 2019) op nrc.nl
  3. Marjoleine de Vos
    “Hoed u voor wokken” (20 april 2018) op nrc.nl
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.