wonend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wonend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wo·nend
Werkwoord
vervoeging van: | wonen |
verbogen vorm: | wonende |
wonend
- onvoltooid deelwoord van wonen
Hyponiemen
- aanwonend, alleenwonend, inwonend, omwonend, scheefwonend, thuiswonend, uitwonend
Gangbaarheid
- Het woord wonend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.