wonnen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wonnen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɔnə(n)/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈʋɔ.nə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɔ.nə(n)/
    • (Limburg): /ˈwɔ.nə(n)/
Woordafbreking
  • won·nen

Werkwoord

vervoeging van
winnen

wonnen

  1. meervoud verleden tijd van winnen
    • Wij wonnen. 
    • Jullie wonnen. 
    • Zij wonnen. 

Gangbaarheid

  • Het woord wonnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
72 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.