zabbelt af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zabbelt af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zabĀ·belt af
Woordherkomst en -opbouw

uit zabbelt (werkwoord) en af, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
afzabbelen

zabbelt (...) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzabbelen
    • Jij zabbelt af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzabbelen
    • Hij zabbelt af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzabbelen
    • Zabbelt af! 

Gangbaarheid

  • Het woord zabbelt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.