zabde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zabde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zab·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zabben |
zabde
- enkelvoud verleden tijd van zabben
- Ik zabde.
- Jij zabde.
- Hij, zij, het zabde.
- Ik zabde.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.