zakelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zakelijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • za·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van zaak met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen zakelijkzakelijkerzakelijkst
verbogen zakelijkezakelijkerezakelijkste
partitief zakelijkszakelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

zakelijk

  1. zoals dat onder zakenlieden gebruikelijk is
    • Hij benaderde deze geruchtmakende materie een uiterst zakelijke wijze. 
     Sjarel Ex stopt komend najaar als directeur van het Rotterdamse museum Boijmans Van Beuningen. Ex is sinds 2004 artistiek en zakelijk eindverantwoordelijke bij het museum.[1]
  2. gebaseerd op de feiten
     Maar zakelijk gezien viel er niet onderuit te komen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord zakelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Directeur Sjarel Ex vertrekt bij Museum Boijmans Van Beuningen” (13 mei 2022), NOS
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.