zeezeilt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zeezeilt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzezɛilt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zee·zeilt

Werkwoord

vervoeging van
zeezeilen

zeezeilt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeezeilen
    • Jij zeezeilt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeezeilen
    • Hij zeezeilt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zeezeilen
    • Zeezeilt! 
    • De in Monaco woonachtige Van der Heijden, die graag zeezeilt, heeft recht van spreken.  [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'zeezeilt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.