zegent

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zegent    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zeĀ·gent

Werkwoord

vervoeging van
zegenen

zegent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zegenen
    • Jij zegent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zegenen
    • Hij zegent. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zegenen
    • Zegent! 

Gangbaarheid

  • Het woord zegent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.