zeikte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zeikte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zeik·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zeiken |
zeikte
- enkelvoud verleden tijd van zeiken
- Ik zeikte.
- Jij zeikte.
- Hij, zij, het zeikte.
- Ik zeikte.
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zeiken |
zeikte
- onpersoonlijke verleden tijd van zeiken
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zeikte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.