zendtoestellen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zendtoestellen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzɛntustɛlə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zend·toe·stel·len
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dezendtoestellenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zendtoestel
     Er was een chronisch gebrek aan radio-operatoren én aan zendtoestellen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'zendtoestellen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Herman van de Vijver e.a.
    “België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 6: Het verzet 2.” (1988), DNB/Uitgeverij Peckmans, Kapellen, ISBN 90 289 1368 8, p. 82 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.