zesentachtigjarig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zesentachtigjarig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzɛsənˌtɑxtəxˌjarəx/ (6 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zes·en·tach·tig·ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen zesentachtigjarig
verbogen zesentachtigjarige
partitief zesentachtigjarigs

Bijvoeglijk naamwoord

zesentachtigjarig

  1. 86 jaren durend
    • Gedurende dit zesentachtigjarig tijdperk heerste er vrede. 
  2. met de leeftijd van 86 jaar
    • Bij de brand viel helaas een zesentachtigjarig slachtoffer. 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'zesentachtigjarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.