ziekt uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ziekt uit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ziekt uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitzieken

ziekt uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzieken
    • Jij ziekt uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzieken
    • Hij ziekt uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzieken
    • Ziekt uit! 

Gangbaarheid

  • Het woord ziekt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.