zielenbroodje

Uitspraak

• Geluid:  zielenbroodje    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈzilə(n)ˌbrocə / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• zie·len·brood·je

Woordherkomst en -opbouw

• zielenbrood met het achtervoegsel -je

Zelfstandig naamwoord

het zielenbroodje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zielenbrood

   ▸ Tegenwoordig wordt op 2 november het katholieke feest Allerzielen gevierd. Daarbij worden de overledenen herdacht. Vroegen gingen arme mensen en kinderen in Europa op die dag langs de deuren voor een zielenbroodje.^[1]

Gangbaarheid

• Het woord 'zielenbroodje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen