zijpt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zijpt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zijpt

Werkwoord

vervoeging van
zijpen

zijpt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zijpen
    • Jij zijpt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zijpen
    • Hij zijpt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zijpen
    • Zijpt! 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.