zomervakanties

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zomervakanties    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zo·mer·va·kan·ties

Zelfstandig naamwoord

dezomervakantiesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zomervakantie
     We leefden in een bubbel tijdens deze zomervakanties.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord zomervakanties staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.