zoomt uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoomt uit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zoomt uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitzoomen

zoomt uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzoomen
    • Jij zoomt uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzoomen
    • Hij zoomt uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzoomen
    • Zoomt uit! 

Gangbaarheid

  • Het woord zoomt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.