zuchters
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zuchters (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzʏxtərs / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- zuch·ters
Woordherkomst en -opbouw
- zuchter met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de zuchters mv
Gangbaarheid
- Het woord 'zuchters' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Brink, J."Applaus" in: Het Parool jrg. 50 nr. 13799 (14 februari 1990); p. 23 kol. 4; geraadpleegd 2018-10-01
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.