zumbar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zumbar
zumbaba
zumbado
volledig

Werkwoord

zumbar

  1. plagen
  2. zoemen, gonzen, suizen
  3. ronken (van een motor)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.