zusammen
Duits
Uitspraak
- Geluid: zusammen (hulp, bestand)
- IPA: / ʦuˈzamən /
Woordafbreking
- zu·sam·men
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig uit het Middelhoogduits en Oudhoogduits.
- Duits bijwoord met het voorvoegsel zu-
Bijwoord
zusammen
- aaneen, bijeen, ineen, samen, tezamen
- «Wir finden es schön, dass wir mit dieser Gruppe zusammen auf Reisen gehen können.»
- We vinden het leuk dat we samen op reis kunnen gaan met deze groep.
- «Wir finden es schön, dass wir mit dieser Gruppe zusammen auf Reisen gehen können.»
Afgeleide begrippen
|
|
|
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.