zwabberend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwabberend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwab·be·rend

Werkwoord

vervoeging van: zwabberen
verbogen vorm: zwabberende

zwabberend

  1. onvoltooid deelwoord van zwabberen
  2. heen en weer bewegend
     Als ik thuiskom klim ik met zwabberende benen de trap op.[1]
     Zijn beleid was door de jaren heen wat 'zwabberend' en wilde er ook nooit in het openbaar over debatteren.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord zwabberend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Pepijn Lanen
    “Avonturen op de maan” (2022), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026360336
  2. “Benjamin Franklin D kracht van de attractie” (2023), Uitgeverij Davey Jones Publishing, ISBN 9789464496352
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.