zwaksten

Uitspraak

• Geluid:  zwaksten    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zwak·sten

Zelfstandig naamwoord

de zwaksten mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zwakste

   ▸ Ooit hadden Bijbelse donderpreken tegen de absurditeiten van de commercie misschien indruk gemaakt, maar het was kortzichtiger en onbarmhartiger om een natie het geld te ontzeggen waarmee de zwaksten in de samenleving konden worden ondersteund.^[1]

   ▸ Een boek dat de mensheid 8 moest waarschuwen voor de gevaren van liefdadigheid, omdat dat leidde tot het 'overleven van de zwaksten'.^[2]

Gangbaarheid

• Het woord zwaksten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen