zwartjannen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwartjannen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzwɑrtjɑnə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • zwart·jan·nen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dezwartjannenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zwartjan
     De notaris spreekt steeds over „zwartjes" en die „zwartjannen" al zegt hij er een keer toch nog bij dat dat „misschien wat oneerbiedig is".[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'zwartjannen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Jan Joost Lindner
    Op vakantie in Zuid-Afrika : „Een vreemde combinatie: ballonvaren notaris zijn” in: De Volkskrant , jrg. (30 april 1966), NV De Volkskrant, 's-Hertogenbosch, p. 25 kol. 2
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.