zwatelden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwatelden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwa·tel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zwatelen |
zwatelden
- meervoud verleden tijd van zwatelen
- Wij zwatelden.
- Jullie zwatelden.
- Zij zwatelden.
- Wij zwatelden.
Gangbaarheid
- Het woord zwatelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.