zweefden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zweefden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zweef·den

Werkwoord

vervoeging van
zweven

zweefden

  1. meervoud verleden tijd van zweven
    • Wij zweefden. 
    • Jullie zweefden. 
    • Zij zweefden. 
     ' Ze keek om naar de portretten die als vierkante spraakballonnen achter haar hoofd zweefden, en leek nu minder enthousiast over haar huidige cliënten dan daarstraks.[1]
     Engelen zweefden door een schitterend blauwe hemel bespikkeld met gouden sterren.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord zweefden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Amanda Block
    “De verloren verteller” (2021), The house of books, ISBN 9789044363647
  2. Victoria Holt
    “Minnares van de duivel” (1982), Saga, ISBN 9788726484731
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.