zwetend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwetend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwe·tend

Werkwoord

vervoeging van: zweten
verbogen vorm: zwetende

zwetend

  1. onvoltooid deelwoord van zweten

Bijvoeglijk naamwoord

zwetend

  1. transpirerend
    • De zwetende man stonk vreselijk, maar hij zei dat eerlijk zweet niet stinkt. 
    • De zwetende malariapatiënt lag tandenklapperend in bed. 
     Nog steeds schoot hij 's nachts zwetend wakker uit een droom waarin hij opnieuw de angstige gezichten van de neerhurkende dorpelingen voor zich zag.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord zwetend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. “Het koninklijk huis” (2022), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026354953
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.