zwiert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwiert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwiert

Werkwoord

vervoeging van
zwieren

zwiert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwieren
    • Jij zwiert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwieren
    • Hij zwiert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zwieren
    • Zwiert! 
     en nu zijn er een man en een vrouw met maskers als voor een gemaskerd bal, en kant aan hun mouwen dat zwiert als ze naar de menigte wuiven.[1]
     Hij zwiert door de hal, kust Bea op haar wang, zwaait naar Josh en omhelst Elise, draait zich daarna om naar Henry en merkt haar meteen op.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord zwiert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Amanda Block
    “De verloren verteller” (2021), The house of books, ISBN 9789044363647
  2. V.E. Schwab
    “Het onzichtbare leven van Addie LaRue” (2021), De Boekerij , ISBN 9789022591932
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.