zwirrelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwirrelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwir·rel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zwirrelen |
zwirrelde
- enkelvoud verleden tijd van zwirrelen
- Ik zwirrelde.
- Jij zwirrelde.
- Hij, zij, het zwirrelde.
- Ik zwirrelde.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.