zwoeg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwoeg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwoeg

Werkwoord

vervoeging van
zwoegen

zwoeg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwoegen
    • Ik zwoeg. 
  2. gebiedende wijs van zwoegen
    • Zwoeg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwoegen
    • Zwoeg je? 
     Ik zwaai terug en zwoeg verder de helling op.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord zwoeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Arlen Hoebergen
    “Gemaakt om te lopen” (2014), Elmar, ISBN 9789038927404
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.