zwoegde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zwoegde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zwoeg·de

Werkwoord

vervoeging van
zwoegen

zwoegde

  1. enkelvoud verleden tijd van zwoegen
    • Ik zwoegde. 
    • Jij zwoegde. 
    • Hij, zij, het zwoegde. 
     De hele nacht zwoegde ik om mijn kind ter wereld te brengen - en streed voor mijn leven.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord zwoegde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Victoria Holt
    “Bekentenissen van een koningin” (1968), Saga, ISBN 9788726484847
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.