zwoele
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zwoele (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zwoe·le
Bijvoeglijk naamwoord
zwoele
- verbogen vorm van de stellende trap van zwoel
- ▸ De man had dus met open raam gereden, om niet in slaap te vallen, of vanwege de zwoele lentenacht.[1]
- ▸ Met haar Limburgse roots is ze gastvrij en houdt ze van lekker koken, iets wat wij kunnen appreciëren! Het is een zwoele zomeravond en ik geniet van een maaltijd op het gezellige terras voor het hotel.[2]
Gangbaarheid
- Het woord zwoele staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186
- ↑ Annemarie Kruiper“Gewoonweg schitterend Wandelingen en ontmoetingen op het Pieterpad” (2023), AM Books, ISBN 9789090369914
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.