мене

Servisch

enkelvoud meervoud
nom. / voc. ја̑ми̑
genitief ме̏не, мена̑с, нас
datief ме̏ни, мина̏ма, нам
accusatief ме̏не, мена̑с, нас
locatief ме̏нина̏ма
instrumentalis мно̑м, мно́мена̏ма
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈmɛ̂.nɛ/
Woordafbreking
  • ме·не

Persoonlijk voornaamwoord

ме̏не

  1. mij (accusatief van de eerste persoon enkelvoud)
  2. van mij (genitief van de eerste persoon enkelvoud)