Arabische

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Arabische    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • Ara·bi·sche

Bijvoeglijk naamwoord

Arabische

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Arabisch
     Hij vertelde dat u afkomstig bent uit het land van de Moren, van eindeloze sterrenluchten, van Arabische paleizen en katholieke forten, land met bloed in zijn bodem, waar de zon ongenadig op de siërra brandt.[1]
     Tijdens een van die laatste metroritten die je onherroepelijk uitspuwt in een Berlijnse nacht, een nacht die je beter bij de dichtstbijzijnde Späti of gewoon in bed had kunnen doorbrengen, had verderop in de metro een man wiens gezicht een ascetische uitputting verried die aan heiligheid grensde, half slapend of in vervoering, met een zware Arabische tongval tegen niemand in het bijzonder verklaard dat er een ondergrondse wereld bestaat waarin je ellende een naam heeft, waarin je je eigen soort tegenkomt zonder enige haatgevoelens of wrok, waarin je eet van wat daarboven is gejat, en waar God onder de mensen leeft, als een gelijke.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord Arabische staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jessie Burton (vert.Marja Borg)
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789024574704
  2. Safae el Khannoussi
    “Oroppa” (2024), Uitgeverij Pluim , ISBN 9789493339125

Duits

Uitspraak
  • IPA: /aˈʀaːbɪʃə/
Woordafbreking
  • Ara·bi·sche

Zelfstandig naamwoord

Arabische o

  1. alsmede bepaald lidwoord gebruikte nominatieve en accusatieve enkelvoudvorm van Arabisch