Arabisch

Nederlands

ISO 639-3
ara
bestand
Uitspraak
  • Geluid:  Arabisch    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑ'rabis/
Woordafbreking
  • Ara·bisch
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ArabischArabischer
verbogen ArabischeArabischere
partitief ArabischArabischers-

Bijvoeglijk naamwoord

  1. betrekking hebbend op de Arabische taal en cultuur
     Hij vertelde dat u afkomstig bent uit het land van de Moren, van eindeloze sterrenluchten, van Arabische paleizen en katholieke forten, land met bloed in zijn bodem, waar de zon ongenadig op de siërra brandt.[1]
     De inschrijving sloot afgelopen weekend. Het merendeel van de inzendingen is Engelstalig. Ongeveer honderd liedjes zijn in het Nederlands. Ook zijn er nummers ingestuurd met Franse, Arabische, Turkse, Spaanse en Italiaanse teksten.[2]
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord Arabisch- -
verkleinwoord -- -

hetArabischo

  1. geen meervoud (taal) taal oorspronkelijk van het Arabisch schiereiland en de taal waarin de Koran gelezen hoort te worden
     De rechter opende zijn mond en toen hij sprak deed hij dit niet in het formele Arabisch, waarmee hij tot nu toe de zaal had toegesproken, maar in zijn dialect, om zo aan de achterlijke meute duidelijk te maken wat hij zojuist had gezegd.[3]
     Een van hen, zo te zien de jongste van de groep, een jongen in een geruit jasje en een hagelwit overhemd die terwijl hij sprak voortdurend met zijn lange vingers door zijn glimmende haren gleed, hield een vertoog in het Arabisch en de anderen knikten verslagen maar geduldig mee, hun blik zoekend in het wijnglas.[3]
     Mijn oog valt op een in steen uitgehouwen bordje waarop niet alleen in het Italiaans, maar ook in het Arabisch en het Hebreeuws VIA TRABIA staat.[4]
  2. een van het Aramitisch afgeleid alfabet dat gebruikt wordt voor het schrijven van het Arabisch, Perzisch, Pashto, Urdu en Oeigoers
Hyponiemen
Vertalingen
stellend
onverbogen Arabisch
verbogen Arabische

Bijvoeglijk naamwoord

Arabisch

  1. (demoniem) verwijzend naar de Arabische taal, cultuur, het alfabet of Arabië
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord Arabisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jessie Burton (vert.Marja Borg)
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789024574704
  2. Weblink bron “Recordaantal inzendingen voor Nederlandse act op Eurovisie Songfestival” (1 oktober 2023), NOS
  3. 1 2
    Safae el Khannoussi
    “Oroppa” (2024), Uitgeverij Pluim , ISBN 9789493339125
  4. Marion Pauw e.a.
    “4 wandelaars en een Siciliaan” (2022), The House of Books, ISBN 9789044363340

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Arabisch    (hulp, bestand)
  • IPA: /aˈʀaːbɪʃ/
Woordafbreking
  • Ara·bisch
Woordherkomst en -opbouw
  • Deadjectief van arabisch
enkelvoud meervoud
nominatief Arabisch,
das Arabische
-
genitief (des) Arabischen-
datief (dem) Arabischen,
auf Arabisch
-
accusatief Arabisch,
das Arabische
-

Zelfstandig naamwoord

Arabisch o

  1. (taal) Arabisch.
    «Das Arabisch kennt viele verschiedene Varietäten und Dialekte.»
    Het Arabisch kent veel verschillende variëteiten en dialecten.
  2. Arabisch (alfabet).
    «Es gibt für jedes Schriftzeichen im Arabischen drei Formen: eine für den Wortanfang, eine für das Wortinnere und eine für das Wortende.»
    Er zijn voor elk teken in het Arabisch drie vormen: één voor het begin van het woord, één voor in het woord en één voor aan het eind van het woord.
Afkorting
  • (ISO 639-1) ar, (ISO 639-2) ara
Hyperoniemen
  • [1] semitische Sprache
  • [2] Alphabet, Schrift