Italiaanse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Italiaanse    (hulp, bestand)
  • IPA: /italiˈjaːnsə/
Woordafbreking
  • Ita·li·aan·se
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

deItaliaansev

  1. (demoniem) vrouwelijke persoon die uit Italië komt
    • Hij is getrouwd met een aantrekkelijke Italiaanse. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Bijvoeglijk naamwoord

Italiaanse

  1. uit Italië afkomstig
  2. gerelateerd aan de Italiaanse taal

Bijvoeglijk naamwoord

Italiaanse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Italiaans
     Ook de oude Alta Via trails dwars door de Italiaanse Dolomieten schijnen geweldig te zijn.[1]
     Niet dat ik geld heb om wat te kopen, maar de prijzen liggen hier een stuk lager en Italiaanse mode is veel uitbundiger.[2]
     Een persoonlijke investering voor een rol in een Italiaanse film die uiteindelijk niet doorging - de film wel, de rol niet.[2]
     Het terras is gevuld met knappe Italiaanse mannen en vrouwen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord Italiaanse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. 1 2 3
    Marion Pauw e.a.
    “4 wandelaars en een Siciliaan” (2022), The House of Books, ISBN 9789044363340