antivirusprogramma
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: antivirusprogramma (hulp, bestand)
Woordafbreking
- an·ti·vi·rus·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van virus en programma met het voorvoegsel anti-
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | antivirusprogramma | antivirusprogramma's |
| verkleinwoord | antivirusprogrammaatje | antivirusprogrammaatjes |
Zelfstandig naamwoord
het antivirusprogramma o
- (informatica) een programma dat computervirussen tegenhoudt en verwijdert
- Als ik jou was, zou ik wel een antivirusprogramma installeren.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord antivirusprogramma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.