audiologie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  audiologie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • au·dio·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord audiologie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deaudiologiev

  1. (wetenschap) wetenschap van het menselijk gehoor en de ziekten daarvan
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord audiologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.