wetenschap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wetenschap    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwetə(n)ˌsxɑp/ (3 lettergrepen); /'ʋetənsxɑp/
Woordafbreking
  • we·ten·schap
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘het weten, de kennis’ voor het eerst aangetroffen in 1300 [1]
  • Afgeleid van weten en met het achtervoegsel -schap. [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord wetenschap wetenschappen
verkleinwoord wetenschapje wetenschapjes

Zelfstandig naamwoord

dewetenschapv

  1. het weten van de mens; georganiseerde kennis in de samenleving
  2. de georganiseerde activiteit tot het vergroten van kennis en begrip, op wetenschappelijk niveau
     Naast de wetenschap begon ik daarom steeds beter te kijken naar mijn eigen gezin - en naar wat het betekent dat dit nu uit vier leden bestaat (hoofdstuk 5).[4]
     Niettemin spreekt ook wetenschapsorganisatie NWO zijn zorgen uit. "NWO maakt zich ernstig zorgen over de bezuinigingen, de kwaliteit van wetenschap en de financiering ervan."[5]
     Von der Leyen sloot zich daarbij aan. De voorzitter van de Europese Commissie kondigde aan dat de EU voor de periode 2025-2027 500 miljoen euro uittrekt om Europa aantrekkelijk te maken voor onderzoekers. "Wetenschap staat ter discussie. Investeringen in vrij en open onderzoek staan ter discussie. Dat is een enorme vergissing. Wetenschap is de sleutel tot onze toekomst in Europa."[6]
  3. zekerheid
     De rook van verbrand hout prikte in de ogen van de paar mensen die het gewone leven weer probeerden op te pakken, voordat het hele dorp in een toestand van ongemakkelijke verdoving verviel, in de wetenschap dat represailles niet zouden uitblijven.[7]
     `Onze gasten kunnen gerust slapen in de wetenschap dat hun vertrekken duchtig worden bewaakt; zei Montebello. `Om zich toegang te verschaffen tot de bovenverdiepingen dient men te passeren tussen de hybride verschijningsvorm van de angst en het verraderlijk spinnende poesje dat voor raadselen stelt, die respectievelijk staan voor het weinig realistische zelfbeeld van de man en het wezen van de vrouw, als u het mij toestaat u te amuseren met mijn dilettantisme op het gebied van de symboliek.[8]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wetenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[9]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "wetenschap" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. wetenschap op website: Etymologiebank.nl
  3. www.nu.nl (15 feb 2025)
  4. Lynn Berger
    “De tweede: over het zijn en krijgen van een tweede kind” (2021), De Correspondent, ISBN 9789082821697
  5. Weblink bron
    Sven Schaap
    “Werkveld luidt noodklok op actiedag tegen verdwijnen aardwetenschappen VU” (6 mei 2025), NOS
  6. Weblink bron
    Frank Renout
    “Europa: 600 miljoen euro om Amerikaanse wetenschappers aan te trekken” (5 mei 2025), NOS
  7. Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789024574704
  8. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16
  9. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be