Nederlands
Uitspraak
- Geluid: coda (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkoda / (2 lettergrepen)
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘resumerend slot van muziekstuk’ voor het eerst aangetroffen in 1772 [1]
- van het Italiaanse coda (staart) [2]
Zelfstandig naamwoord
de coda v / m [3]
- (muziek) het deel van een muzikale compositie dat zich na de climax van het stuk afspeelt, ofwel de eindsectie van een compositie aanduidt
- (letterkunde) aan een sonnet toegevoegde regel of strofe
Gangbaarheid
- Het woord coda staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
| 53 % | van de Nederlanders; |
| 63 % | van de Vlamingen.[4] |
Italiaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈkoda/