codeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: codeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- co·deer·de
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| coderen |
codeerde
- enkelvoud verleden tijd van coderen
- Ik codeerde.
- Jij codeerde.
- Hij, zij, het codeerde.
- Ik codeerde.
Gangbaarheid
- Het woord codeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.