coderen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: coderen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- co·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| coderen |
codeerde |
gecodeerd |
| zwak -d | volledig | |
Werkwoord
coderen [2]
- overgankelijk in een code brengen
- overgankelijk van een code voorzien
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- code, codenaam, coderingssysteem, codetaal, codewoord
- versleutelen, versleuteling
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord coderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "coderen" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ coderen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be