constructeur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: constructeur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·struc·teur
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | constructeur | constructeurs |
| verkleinwoord | constructeurtje | constructeurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de constructeur m
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord constructeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "constructeur" herkend door:
| 97 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be